“IJdelheid der ijdelheden. Alles is ijdelheid! Welk voordeel heeft de mens zijn zwoegen waarmee hij zich aftobt onder de zon? Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt maar de aarde blijft altoos bestaan (…) Ik nam in ogenschouw alle daden die onder de zon verricht worden en zie: alles is ijdelheid en najagen van wind!”, zo staat in het boek Prediker geschreven in het eerste vers. Een wijsheid die dateert van ongeveer 900 jaar voor Christus.
De vraagstelling mag dan bijna drieduizend jaar oud zijn, ze blijft actueel. Ze peilt naar de essentie van ons mens-zijn.
Mispak u dan ook niet aan het werk van Tom Woestenborghs. De fraaie esthetiek is slechts een verraderlijke bovenlaag en dreigt de oppervlakkige kijker op het verkeerde spoor te zetten. Of liever, is een valstrik waarmee het onderliggende zich camoufleert.
Zijn werk oogt blits maar vraagt net traagheid om ten volle tot ontvouwing te komen. Vergaap u niet aan de uitdagende pose van een knappe vrouw. De kunstenaar wil net tonen dat ze zoveel meer is dan die eerste indruk (en geldt dat niet voor ons allemaal… hopelijk). Woestenborghs gaat net in tegen die objectivering van de vrouw, de mens. Het is de persoonlijkheid die hier in de verf gezet wordt. Meer nog, de lichtbak is niet enkel een functionele drager, het is een sokkel die de persoonlijkheid ondersteunt en verheft; er één geheel mee vormt.
De lezende dame is een architecte die in haar interieur “De Avonden” van Gerhard Reve verslindt. Een dame in een opgetrokken badpak stelt zich de vraag naar wat het leven nà 40 betekent. Een vrouw schermt haar borsten af met twijfels over vergankelijkheid… Alle werken met personen zijn gecreëerd naar echte personages uit de leefwereld van de kunstenaar. Hij kent ze, probeert ze te lezen, verbeeldt ze met de diverse lagen die ze in zich dragen.
Die lagen kan je trouwens vrij letterlijk nemen. Woestenborghs gaat aan slag met speciaal voor hem en naar zijn wens ontworpen folie die hij als collage verwerkt. Door het overlappen van verschillende kleurenfolies, ontwerpt hij een nieuw palet. Laag na laag bouwt hij op. Het personnage en de persoonlijkheid wordt in zijn atelier virtuoos geherconstrueerd.
Dit is best confronterend voor de afgebeelde zelf. Onvermijdelijk stelt die zich de vraag: ben ik dat? Kom is zo over? Straal ik dit uit? Hiermee raakt de artiest een gevoelige snaar die we allen in ons dragen: ben ik wie ik ben? Welke rol speel ik? “Je est un autre” schreef de Franse dichter Rimbaud. Daarmee vatte hij de spanning tussen hoe we ons voorstellen en wie we zijn, meesterlijk samen. Even meesterlijk wordt dit door Woestenborghs plastisch vertaald. Rimbaud was ook van oordeel dat de ander bepalend is om te zeggen wie we zijn. “On me pense” schreef hij en niet “je me pense”. Zo is het hier ook de kunstenaar die mee gestalte geeft aan de persoonlijkheid van zijn personnages. Als een schepper is hij mee bepalend voor wie ze zijn. Het moet gezegd dat Woenstenborghs daar goed in is. Hij voegt inhoudslagen toe en door nu ook de omkadering een rol te geven, verdiept hij nog mee de inhoud van zijn figuren. Zijn beelden blijven vragen stellen en daardoor ook fascineren.
Opvallend in deze tentoonstelling zijn de vanitassymbolen die hij afzonderlijk presenteert: een roos, een appel en een doodshoofd. In een ogenschijnlijk eenvoudige beeldtaal die refereert naar de eerste computerspelletjes, schuilt een vrolijkheid die mooi contrasteert met de inhoud. Ook het landschap in de gedateerde computerweergave, onderlijnt die vergankelijkheid. Niets is voor eeuwig.
Ongetwijfeld is ook het oeuvre van Tom Woestenborghs, in het licht van de eeuwigheid, aan erosie onderhevig. Dit belet niet dat het werk de juiste vragen stelt. Vragen die eeuwig zijn maar die hier op een uitermate boeiende manier in beeld gebracht zijn.
Tekst: Jan Leysen
Artists: Tom Woestenborghs